Monitoring van de ontwikkeling van bodemdieren in geulen gelegen in een gebied in de oostelijke Waddenzee die voor (schadelijke) menselijke activiteiten gesloten is.
Wageningen Marine research
Lopend onderzoek EHS-BO, onderdeel WOT-IN.
Databank met soortendichtheidgegevens van de bodemfauna (>1mm) bemonsterd met een van Veen happer met een bemonsteringsoppervlak van 0,18 m 2 in vier geulen waarvan twee gesloten zijn voor verstorende menselijke activiteiten.
Bepalen van ontwikkelingen van een Waddensysteem waar sinds enige tijd geen menselijke verstorende activiteiten meer plaatsvinden.
Wageningen Marine Research, Sander Glorius
Coördinatie en uitvoering.
Waddenzee, sublitoraal.
Seizoensvariaties binnen het jaar zijn niet mogelijk en doorvertaling naar de gehele (Nederlandse) Waddenzee wordt beperkt doordat de gesloten geulen zeer dynamisch zijn in vergelijking met de meeste andere wadgeulen en migreren sterk, mede onder invloed van verplaatsingen van de Rottum’s. Directe vertaling naar effecten is vaak niet mogelijk zonder aanvullende kennis.
Opgemaakte gegevens en eventueel ruwe gegevens zijn verkrijgbaar via de contactpersoon als het verzoek wordt ingewilligd door Wageningen Marine Research. Voor publicatie moeten de analyses en interpretaties voorgelegd worden aan de contactpersoon.
Diversiteit, trends
Gebied is gesloten in 2005. 0-metingen in drie jaar daarvoor. Vanaf 2002 jaarlijkse metingen (m.u.v. 2004). Tot 2005 zijn alleen de grote bodemdieren op soort gedetermineerd, vanaf 2006 zijn alle aangetroffen individuen in de monsters op soortniveau gedetermineerd.
Steekproef.
Longitude, latitude positionering met GPS. Per geul worden ongeveer 20 van Veen monsters gezet waardoor het totaal bemonsterde oppervlak beperkt is (ong. 3.6 m 2 ). Monster worden nauwkeurig verwerkt maar de kans dat belangrijke soorten dan wel structuren niet bemonsterd worden, is reëel.
Survey programma in kader van door LNV gefinancierd BO onderzoek. Onderdeel van WOT-IN. Meetprogramma tevens overeengekomen in Trilateraal overleg. Tevens genoemd in Beleidsnota Schelpdiervisserij.
Sinds 2003, professioneel.
Het nemen van bodemmonsters in de geulen en het bepalen van de soortendichtheden in deze monsters in het laboratorium. Aan boord beschrijving van het sedimenttype (globaal).
Soortendichtheid van bodemdieren (>1mm)
Monsterpunten staan in GPS en worden zo nauwkeurig mogelijk benaderd en bemonsterd.
Database.
VR | HR | KRW | TMAP | OSPAR |
NY+ | Y++ | N | Y | N |
€ 40.000.
Kenmerkende soorten bodemdieren voor dit type gebieden.
1110, 1140.