H1 Hoogtegegevens zeebodem en onderwateroevers
Rijkswaterstaat
Lopende metingen
Binnen het landelijk meetprogramma worden jaarlijks volgens een vast schema lodingen uitgevoerd van de diepte van een groot aantal gebieden op zee en langs de kust. Op basis hiervan kan worden vastgesteld hoe de hoogteligging van de bodem erbij ligt en in welke mate deze in hoogte fluctueert. Deel van de metingen worden uitgevoerd binnen het kader van de JAaRlijkse KUStmeting (JARKUS), waarbij op elke kustraai onder meer het profiel van de onderwateroever wordt bepaald. Van elk deelgebied binnen de Waddenzee wordt elke 6 jaar de diepteligging van de bodem bepaald (vaklodingen) in combinatie met de hoogteligging van droogvallende delen (LiDAR). Op plaatsen waar snelle veranderingen kunnen optreden waardoor gevaar voor de scheepvaart of de kustveiligheid kan ontstaan wordt vaker gelood tot soms wel meerdere keren per jaar.
Data worden gebruik voor morfologisch beheer, bijvoorbeeld voor het opstellen van het suppletieprogramma in het kader van de kustverdediging. Daarnaast kunnen de gegevens worden gebruikt voor onderzoek als input voor golf- en waterstandsmodellen, voor chemisch en biologisch onderzoek, voor ecotopenkaarten en als basismateriaal voor het monitoren van bodemdaling. JARKUS gegevens vormen de basis voor de Kustlijnkaarten.
Rijkswaterstaat
Zie http://www.rws.nl/kaarten/waterstand-tov-nap.aspx. Voor inhoudelijke vragen kunt u contact opnemen met Helpdesk Water (http://www.helpdeskwater.nl) of bel 0800 – 659 28 37. Voor het gebruik van applicaties, data updates, het opvragen van bestanden en toegang tot het archief kunt u contact opnemen met Servicedesk Data 015 – 275 77 00 (https://www.rijkswaterstaat.nl/formulieren/contactformulier_ servicedesk_data.aspx).
Noordzee, Waddenzee, Delta
geen
geen
Hoogte, JARKUS, Zeebodem
De frequentie waarmee metingen worden uitgevoerd hangt af van de dynamiek van het betreffende gebied en van de behoefte van de beheerder. Kustlijnkaarten verschijnen eens per jaar. Vaklodingen en LiDAR van deelgebieden Waddenzee eens per zes jaar.
JARKUS vanaf 1992, jaarlijks in 1463 JARKUS-raaien langs de Nederlandse kust. In elk van deze raaien wordt jaarlijks de diepte- en hoogtemeting van de zandige kust opgenomen. Het opgemeten profiel loopt meestal van ongeveer 1000 meter in zee tot en met de eerste duinenrij. Het raaienstelsel staat loodrecht op de Rijksstrandpalenlijn. Vaklodingen vanaf 1926, jaarlijkse opnamen (in vakken) sinds 1957.
Afzonderlijke lodingen hebben een nauwkeurigheid van ongeveer 15-30 cm.
De informatie op de kustlijnkaarten betreft alleen een smalle strook van de kustzone. Gekozen is voor een reeks van 50 kaartvlakken (elk 8 bij 8 km), die gezamenlijk de kustlijn van Rottumeroog tot Cadzand bedekken. De kaarten, op schaal 1: 50.000, hebben topografische kaarten als ondergrond, en zijn genummerd van zuid naar noord. De volgende informatie is op de kaart weergegeven: • Topografie als ondergrond, schaal 1:50.000 • JARKUS-raaien en de Rijksstrandpalenlijn • De ligging van de basiskustlijn • Het verschil tussen de TKL2007 en de BKL, en de trend De vaklodingen van de Waddenzee zijn vlakdekkend per deelgebied, waarbij de gehele Waddenzee eens per zes jaar wordt ingemeten.
Professioneel
Metingen worden verwerkt tot dieptekaarten van 10 bij 7,5 km, op een schaal van 1:10.000. Daarnaast is informatie beschikbaar in 20×20 m geïnterpoleerde GRID- bestanden volgens RWS standaard.
Dieptes t.o.v. NAP.
Vaste raaien (JARKUS), vaste deelgebieden Waddenzee (vaklodingen)
DONAR / WADI. Gegevens kunnen worden opgevraagd in kaartvorm, als figuren of als databestand op CD-rom.
VR | HR | KRW | TMAP | OSPAR |
N0 | NY+ | N | Y | N |
Geen gegevens beschikbaar.
Geen. Wel belangrijke achtergrondinformatie over het verlopen van processen.
1110, 1130, 1140, 1160